Bitterzoet.

Eenenzeventig bokaals confituur.
Het resultaat van de voorbije 48 uur.
En ook al staan die eenenzeventig potten schoon te blinken op de voorraadplanken in onze kelder, het voelt allemaal bitterzoet.

Want we maakten confituur in de stille nasleep van alweer een slechtnieuwsgesprek.

Wij zijn zo’n soort gesprekken ondertussen wel een beetje gewoon.
Tuurlijk had ik gezien dat de arts iets te veel terugkeerde naar hetzelfde beeld en dezelfde invalshoek met haar probe. We hadden een vrij luchtig gesprek gehad, vóór het feitelijke onderzoek, waarin ze probeerde gerust te stellen dat het hartruisje ook fysiologisch kon zijn…
Het woord fysiologisch was de voorbije 6 maanden als een strohalm waar we ons aan vastklampten. Waarom ‘fysiologisch’ nu precies ‘fysiologisch’ werd genoemd, wisten we niet, maar we konden er wel uit afleiden dat ‘fysiologisch’ ‘vals alarm’ betekende. En we hingen vast aan ’t beste scenario. Punt.

Het onderzoek duurde lang.
Ik hoorde een zucht. Eentje bijna niet te onderscheiden van een andere. Maar hij was er. En ik voelde medeleven. Als in ‘ik moet dan tóch slecht nieuws vertellen’.

Mild. Niet acuut. (Op dít moment is ze geen hartpatiënt, welteverstaan.)
Maar het is er wel. Twee afwijkingen zelfs. En ze vragen opvolging.
Zo’n soort slechtnieuwsgesprek.

Er gaan al lang geen tranen meer mee gepaard. Toch zeker niet meer daar in de consultatiekamer in het ziekenhuis.
Het nieuws brengt een soort van rust. Rust voor het buikgevoel dat al maandenlang opspeelt elke keer wanneer een arts met z’n stethoscoop dat ene zinnetje uit het dossier nakijkt, verifieert, op haar borstkas. Gewoon, voor de zekerheid.En dan erna beaamt wat hij gelezen heeft.
Het brengt ook gelatenheid.
We beseffen al heel lang dat gesprekken als deze in een ander gezin (een gezin zonder zorglast zeg maar) keihard binnenkomen. Dat ouders de grond onder zich voelen wegschuiven, en dagen naeen hopen dat ze dit alles gewoon gedroomd hebben en dat het gesprek er nooit geweest is.
Dit is allesbehalve onze eerste keer. En het zal vermoedelijk ook niet onze laatste zijn. We zijn voorbereid.

En toch… Het blijft hard. Al zijn wíj intussen wel gehard, slechtnieuws-gesprek na slechtnieuwsgesprek.

Wat rust brengt is een repetitief werkje, zoals het maken van confituur, waarbij gedachten mogen hangen, tussen ons in. Weinig woorden zijn er nodig. Bezorgdheden worden uitgesproken wanneer we het fruit verlezen, we snijden de slechte stukken eruit en ontdoen aardbeien van hun kroontje. We gooien alles op tafel. Het fruit, het afval. Onze zorgen, onze boosheid. We vinden rust. Samen, daar aan de keukentafel. En later aan de potten, waar we stevig doorroeren. ‘Spatel asjeblieft.’ ‘Zet jij de potten klaar?’ ‘Help je een handje?’ We doen wat moet, vullen elkaar aan. Helpen de ander waar nodig. Zijn op elkaar ingespeeld. En vullen pot na pot.

Confituur maken is één van de klusjes die we samen doen. Net zoals we ons ook samen zorgen maken… Om haar en haar toekomst. Om wat (nog niet) is. En om wat komt.

Samen confituur maken liep dit jaar een beetje uit de hand… Eenenzeventig zoete potten staan te blinken op ons rek. So far.
Ze zullen ons het komende jaar herinneren aan avonden als deze. Waarbij nieuwe diagnoses bitterzoet ons leven binnenkropen.

Ze zou eens moeten weten hoe ongelooflijk dapper en sterk en mooi we haar vinden. Perfectly imperfect.

6 gedachten over “Bitterzoet.

Voeg uw reactie toe

  1. Wat kan je hierop zeggen, hoe oneerlijk dit wel niet is?
    Ik ben niet zo goed in mijn gedachten en gevoel neer te schrijven.

    Maar een ding weet ik wel ik heb oneindig veel bewondering voor ieder van jullie, hoe jullie met dit alles omgaan en doorstaan daar kan je alleen maar respect voor hebben.

    Dikke knuffel
    Nancy

    Like

  2. Hoe lang nog, vraag je je dan af, hoe lang nog hou je dat vol? Je bent altijd dat beetje sterker dan je denkt precies. Je zoekt er jullie weg in. Maar het is helemaal normaal dat het verdorie pokke lastig is. Die aarde onder jullie voeten schuift misschien niet meer weg, maar is al heel erg instabiel continue. Ik kan alleen maar tonnen respect hebben hoe jullie het doen. En het is maar sinds de laatste 2 jaar dat ik een glimps van hoe het moet zijn met een zorgenkindje écht begrijp. Ik wens je vooral toe dat je toch af en toe nog schoonheid en geluk mag vinden in de dingen, en een dikke dikke knuffel.

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑