Ouderzonde #7 – Acedia

In aanloop naar de paasvakantie toe nog snel wat tijd maken voor de laatste in de rij ‘Ouderzonden’. Eentje waar ik in mijn rol als moeder enerzijds, en als leerkracht anderzijds, vooral mijn buikgevoel vertrouw. En volg.

Acedia. Gemakzucht, traagheid, luiheid, vadsigheid.
Hoe ga je om met de druk die van jongs af aan op kinderen (en dus ook hun ouder(s)) gelegd wordt. Doe je mee aan de ratrace of ben je meer manana manana?

Naar mijn gedacht is het simpel. Bied kinderen een warm nest aan waarin ze zichzelf kunnen en mogen zijn, creëer de juiste sfeer om ondernemend te worden, en laat ze zichzelf vooral zélf leren ontplooien. Zich zélf een weg zoeken naar een hobby die ze leuk, boeiend vinden. We kunnen kinderen niet op een pad duwen die wij voor hen uitstippelen. We kunnen hen wel de hand reiken om vanuit die veiligheid iets nieuws te ontdekken.

Ik moet toegeven: toen wij de keuze maakten dat er kinderen mochten komen, hebben wij weinig vooraf uitgedacht hóe we die kinderen samen zouden opvoeden. Het klikte tussen ons, we stonden voor dezelfde zaken, dus we gingen ervan uit dat ook die opvoeding wel los zou lopen.
Gaandeweg zouden we ontdekken dat mijn man een heel voorzichtig vadertype zou zijn (wel eentje van de “we doen eens gek en ik zie je zot graag, maar wel veiligheid boven alles”-soort) en dat ik soms ‘domme’ dingen deed uit impulsiviteit die dan zo zot goe zouden blijken achteraf. Het resultaat van de combinatie van die 2 kan je zien in 4 überschattige koters (al zeg ik het zelf).
Dat we dat goed hebben gedaan, zeg ik u.

Maar goed… Ik was zwanger. Van onze nummer één.
Ik nam het boekje “De profeet” van Kahlil Gibran bij de hand, want ik herinnerde me bij het samenstellen van onze huwelijksviering dat daar een zeer inspirerende tekst in stond over kinderen. (We gebruikten trouwens de tekst rond het huwelijk uit datzelfde boekje tijdens onze huwelijksviering.)
Ik had het toen wel gelezen, en op de één of andere manier wel gevat waar het over ging. Maar toen ik daar zo zat, met die eersteling draaiend, kerend, in mijn buik, snapte ik pas écht wat er werd gezegd.

De tekst werd élke doopviering voorgelezen. Élke doopviering. Het zou onze leidraad worden wanneer we even de pedalen verliezen. Onze houvast. Onze visie om onszelf niet te verliezen in wat we onze kinderen grààg zouden willen zíen doen. Maar er wél te zijn om hen een duwtje in de juiste richting te geven. Hen een mooie basis geven van waaruit zij zichzelf kunnen ontplooien, los van wat de maatschappij verwacht van hen, los van wat ze denken dat ze moeten doen.
Hen een basis geven om zichzelf te zijn.
En hun eigen gedachten te hebben.

Ik citeer ‘m graag…

Jullie zijn de bogen van waaruit jullie kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het teken op het pad van de oneindige,
en Hij buigt je met Zijn kracht opdat Zijn pijlen snel mogen gaan en ver.
Laat dit buigen en spannen van jou, door de hand van de boogschutter,
je verheugen;
Want zoals Hij houdt van de pijl die vliegt,
Zo mint Hij ook de boog die sterk is en standvastig.

Kahlil Gibran

 

Klinkt allemaal heel ‘juist’ en vanuit ons buikgevoel, voor ons.
Maar wij zijn niet heiliger dan de paus. Nee. Ook wij maken fouten, en durven ons wel eens te verliezen in wat wíj willen voor hén.
En toch durf ik bewust op de rem trappen. En niet het onderste uit de kan te halen, een kind ook even kind laten zijn.

 

Voor de volledigheid deel ik de volledige tekst van de grote Gibran hieronder.
Misschien kan het ook één van u inspireren.

 

Spreek tot ons over kinderen.
En hij zei:
Jullie kinderen zijn niet jullie kinderen.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens verlangen naar zichzelf.
Ze stammen van jullie, maar zijn niet jullie schepping,
en ook al zijn ze bij je, toch behoren ze je niet toe.

Je mag hun je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten maar niet hun zielen,
want hun zielen wonen in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag ernaar streven te worden als zij, maar maak ze nooit aan jou gelijk.
Want het leven gaat niet achterwaarts, laat staan dat het bij gisteren blijft dralen.

Jullie zijn de bogen van waaruit jullie kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het teken op het pad van de oneindige,
en Hij buigt je met Zijn kracht opdat Zijn pijlen snel mogen gaan en ver.
Laat dit buigen en spannen van jou, door de hand van de boogschutter,
je verheugen;
Want zoals Hij houdt van de pijl die vliegt,
Zo mint Hij ook de boog die sterk is en standvastig.

 

Met deze tekst sluit ik heel erg graag de blogchallenge “Ouderzonden” af.

Afsluiten waarmee het ooit begon, ons ouderschap.
Op die ene zondagnamiddag, met Lennard ín mijn buik, onder mijn hand, en Kahlil Gibran in mijn andere hand. Waar het woord ouder-schap me voor het eerst ontroerde. Waar onze visie, ons doel, werd geboren.

Hoe schoon is dat.

 

* * *
Er zijn verschillende vertalingen van het boek ‘De Profeet’ van Kahlil Gibran op de markt. Zelf heb ik de vertaling van Désanne van Brederode liggen. Ik vind ‘m persoonlijk heel soepel en poëtisch vertaald. 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: